woensdag 26 juni 2013

On the jazz

De laatste wedstrijden worden we geteisterd door pech, al dan niet in combinatie met onnozele acties. Zo schoot vier weken geleden die dure snapshackle van de spischoot spontaan los. Toegegeven, het is dan niet handig om de andere snapshackle zelf los te maken. De week erna zat er geen achtje in de spiboom ophouder en werd deze pardoes uit de mast getrokken. Vorige week scheurde de genua en was het einde oefening. Ook de starts waren de laatste twee wedstrijden slecht. Kortom, dit keer waren we gemotiveerd tot op het bot om weer eens een goede wedstrijd te varen.

Nog even over de wedstrijd van vorige week. Ondanks het lichte weer scheurde onze genua toen deze achter de scepter bleef haken. Dikke pech en waarschijnlijk een erfenis van die zware Eenzame Noord Race van de zaterdag ervoor. Hoewel we slecht startten, met drie man (Lodewijk, Rene en Floris) in plaats van vier waren, voeren we lekker en voelden we Fram goed aan. Maar de incisie in het onderlijk gooide roet in het eten. Met de genua ingerold en de vlag uit laten we zien dat we ons terug trekken uit de race. Helaas.

HH Sails
Deze week beginnen we met frisse moed en groots enthousiasme. Rob die twee weken op de reservebank had gezeten, was er weer bij. Verder bestond de crew uit Hennie, Rene en Floris. Natuurlijk moest het zeil nog even opgehaald worden bij de zeilmaker. Via de Fram Whatsapp groep opperde zowel Hennie als Rob om even langs Hagoort te rijden. Het werd uiteindelijk Hennie, die vanaf volgend jaar onze zeilen maakt. Ja, het is een verhaal apart, maar iets met ‘ik heb een industriële naaimachine gekocht’, auto cad tekeningen en ‘ik heb een dacron leverancier gevonden’. We zijn benieuwd en wachten vol spanning af.

Voorbereiding
Ik kwam als laatste op de boot en zag dat alles al voorbereid was. Genua zat er al op, huik eraf, spischoten aangeslagen, sprayhood neer, spiboom klaar. Als er plaatjes in de Dikke van Dale zouden staan, stond dit plaatje bij ‘voorbereiding’.

The Apprentice
Omdat eigenlijk alleen René en ik het voordek kunnen doen, loopt Rob vandaag stage op het voordek. De consequentie is dat we een man tekort komen in de kuip en teveel hebben op het voordek. We zien het als een investering en het briesje van vanavond laat het toe.

Start
Hennie en ik timen de start en we starten netjes. Niet briljant, maar zeker niet slecht. Nog voor de eerste boeironding mag Rob samen met Rene de spi voorbereiden en als we rond zijn hijsen we ‘m zo snel mogelijk. We varen de West-baan met een lang spinnakerrak door de vaargeul.

Als we bij de benedenboei aankomen komt er zowel in oostelijke, als in westelijke richting een binnenvaartschip aanvaren. Het wordt penibel. De kopgroep rondt de ton, maar moet daarna direct het grote binnenvaartschip voorrang verlenen. Hierdoor liggen vijf schepen net voorbij de ton te dobberen. Klapperende zeilen maken de chaos compleet. Als wij eraan komen proberen we over de zwarte Saffier te gaan, die ook ligt te dobberen. Maar dan bedenkt hij plots dat hij overstag wil en een aanvaring is onvermijdelijk. Ik roep nog dat hij niet zomaar overstag kan gaan maar protesteer niet.

Ongunstige kant
Door de actie van de zwarte Saffier moeten we toch klappen en beginnen we aan de ongunstige kant van het kruisrak. Jammer, maar het is niet anders. We varen naar de boventon en Rob en René bereiden het tweede spinnakerrak voor. Als we de boei ronden hijsen we snel de spi, maar dan slaat het noodlot toe.

Drama
In een dramatische doch sierlijke beweging valt de spinnaker in het water. Er wordt direct gestopt met hijsen, maar het is al te laat. De val is op onverklaarbare reden losgeschoten en is al in de top. Zestig vierkante meter zeil ligt in het water en we liggen bijna stil. ‘Die spi moet zo snel mogelijk uit het water!’, roep ik. Ik baal hiervan. We begrijpen niet hoe het kan, maar dat is nu niet belangrijk. Zonder spi verder varen is gewoon jammer. Bovendien weet ik dan vrijwel zeker dat ik als laatste eindig. ‘Wat kunnen we doen?’, vraagt René. ‘Iemand de mast insturen’, antwoord ik. Het is even stil aan boord. We kijken elkaar aan. En dan pakken we het harnas uit de bakskist. ‘Ok, ik ga naar boven, Hennie en Rob hijsen, Rene stuurt de boot.’ Getraind als Navy Seals passen we ons aan aan de nieuwe situatie. Ik klik de kraanlijn aan het harnas en klim in de mast terwijl twee man beneden lieren. Al klimmend en hijsend bereik ik de zalingen waar ik weer wat houvast heb. Het laatste stukje gaat zwaar. Ik kan me nergens aan optrekken en de deklier is te klein om 85 kilo ‘dood’ gewicht te hijsen. ‘Nog een halve meter’, roep ik en ik ben in de top. Ik pak de spival, klik ‘m aan mijn harnas en geef het sein dat ze kunnen vieren. Ik gun mezelf even een blik vanaf het kraaiennest. Het is prachtig met alle schepen onder spi voor ons en de zon in de rug.

A-team
Als ik aan dek ben, gaan we terug naar de oude bezetting. Hoewel de spi niet netjes is opgedoekt en als een natte dweil in het gangboord ligt, klikken de voordekkers het val aan de ‘head’ en hijsen we ‘m meteen. Het risico van een zandloper is groot, maar we moeten risico nemen om nog enigszins een goede wedstrijd te varen. De adrenaline giert door de aderen. Niet alleen bij mij. Met een klap en een ruk staat de spi. Geen zandloper, ‘whoohaa!’. We geven elkaar een high five en zijn ‘stoked’ over onze actie. Uiteindelijk hebben we het snel gefixt en zitten we weer in de race. ‘I love it when a plan comes together!’, zeg ik. De sigaar ontbreekt, maar verder voel ik mij Hannibal en lijkt de rest van de crew verdacht veel op the A-team.

Finish
We finishen en houden nog zes schepen achter ons. Snel bergen we de zeilen op, want regen is onderweg. Hennie heeft gelukkig nog wat foerage op de Swiep die wordt overgeheveld naar Fram. We evalueren de wedstrijd onder het genot van een colaatje en wat zoutjes: Start was prima, we hebben goed gezeild, maar werden helaas weer overvallen door pech. Eerst de ‘close encounter’ met de zwarte Saffier en toen het debacle met de spinnaker. Ondanks alles hebben we geen schade, lekker gezeild en zijn we een ervaring rijker. Bovendien is pech een relatief begrip, getuige dit filmpje van de America’s Cup 1995.



We gaan niet meer naar de uitslag. Iedereen wil vroeg naar huis, bovendien verwachten we na de pech geen goede score. Als ik vrijdagochtend de Sailwave results zie, valt het mij alleszins mee. We zijn 10e van de 17. ‘We were on the jazz!’, zou Hannibal zeggen.

Crew: Rob, Rene, Hennie en Floris
Baan: 14 (West lang)
Wind: WNW 10kn


Voor wie het videoverslag van de Eenzame Noord Race nog niet gezien had.

dinsdag 18 juni 2013

De Eenzame Noord Race 2013

Een tijdje terug kreeg ik het verzoek als lid van de wedstrijdcommissie om enige ruchtbaarheid aan de Eenzame Noord Race te geven. De Eenzame Noord Race is een bijzondere solowedstrijd van buur-verening WSV Almere-Haven. Vijftig mijl in je eentje mijmeren over het Markermeer. En dit jaar wordt de race voor de 25e keer gevaren. Juist, een jubileum! Om dat te vieren werd er eenmalig en op velerlei verzoek een dual handed klasse in het leven geroepen. Direct gingen bij mij lampjes branden, belletjes rinkelen en mondhoeken omhoog. Een dual handed race! Die wilde ik wel varen. En ik wist ook al met wie. Mijn oudste zeilmaatje. Niet alleen is hij oud (sorry), maar ik zeil al het langst met hem. Ik heb het over mijn vader Lodewijk.


Olympisch gezever
Mijn insteek om mee te doen was tweeledig. Weer eens een zeiltripje alleen met mijn vader, wat sinds 7 juni 1997 er niet meer van was gekomen. En een mooie test voor Fram voor de 24-uurs zeilrace die we dit jaar voor het eerst met de Friendship gaan varen (met Hennie, Lodewijk en mijn stiefbroer Marc). En als je je dan eenmaal inschrijft voor een wedstrijd, strijd je natuurlijk ook voor het eremetaal. Je doet mee om te winnen, want dat Olympische gezever van ‘meedoen is belangrijker dan winnen’, daar heb ik helemaal niks mee als eenmaal het startsein heeft geklonken.

In de aanloop naar de Eenzame Noord Race (ENR) hebben we veel mail-verkeer. ‘Heb je noodsignalen aan boord? Zijn je kaarten up-to-date? Wat voor beleg wil jij op je brood? Vergeet je slaapzak en hoofdkussen niet!’ Uiteindelijk komen we vrijdagmiddag goed voorbereid bij de boot. Maar voordat de trossen los kunnen moeten we nog even wat WAC schade herstellen.

WAC
Over de WAC ga ik niets schrijven, hooguit dat we slecht startten, het wéér een windloos woensdagavondje was met vieze regen en dat op het tweede spinnakerrak de lijn van de spiboom ophouder uit de mast werd getrokken. Dat laatste moesten we nog even fixen voor de ENR. Hennie was ook in de haven en hielp ons even. ‘Even’ was overigens een uur pielen onder aan de mast en bungelen bovenin de mast. Maar de truc met een dun lijntje verzwaard met M4 moertjes, een ijzerdraadje om door de doorvoer het lijntje eruit te vissen hielp. Wim Nierman heeft een glaasje Schipper Bitter gewonnen!

Sterallures
Sinds mijn schrijfsel in Zilt Magazine heb ik nieuwe ‘likes’ en volgers op de Team Fram Facebook-pagina. Dat is een leuke, maar aparte gewaarwording. Wildvreemde zeilers reageren op onze foto’s, blogs en status updates. We moeten nog even wennen aan deze sterallures, vooral als iemand ongevraagd zijn ongezoute mening spuit op onze aankondiging dat we meedoen in de dual handed klasse van de ENR. Beste reageerder, ik dacht toch niet dat wij ooit samen geknikkerd hadden? Het schijnt bij de openheid van social media te horen. En volgens de wetten van dit medium moet je daar dan vooral niet op reageren. Dat doe ik dan ook niet. Tenminste niet op Facebook, maar wel hier. #@$&%#

Dreigement
Als we klaar zijn met het gehannes in de mast vinden we een Siciliaans dreigement op de boot. Nee, geen afgehakte paardenkop in het tweepersoonsbed, maar een dood vogeltje in het gangboord. Probeert iemand ons ervan te weerhouden mee te doen? Er zit geen briefje bij, maar de afzender mag zich melden via Facebook. Dat dan weer wel.

RZV Naarden in the house
Om vier uur zetten we koers naar de overkant van het meer en vlak voor vijven meren we aan bij de gastheer van de ENR. We melden ons bij de regatta commissie, krijgen inspectie - alles blijkt in orde - en zetten vervolgens koers naar de bar. Langzaam druppelen alle deelnemers binnen, zo ook de andere zeven deelnemende boten van onze vereniging, RZV Naarden. In de solo klasse strijden Rob van den Akker, Jan Hesselink, Dingeman Boogert, Bram Adema, Eric Zuidmeer, Dick de Kruijk en Sjoerd Waayenburg om de wisseltrofee. Een mooie opkomst. Stiekem hoop ik dat we net zoveel inschrijvingen voor ‘onze’ Hooikist Race krijgen van WSV Almere Haven. We zullen zien.

Integreren
Hoewel we erg open minded zijn, en natuurlijk pro integratie zijn, zitten we al snel met een eigen RZV Naarden tafeltje aan het bier. Mooie zeilanekdotes, uiteenlopende weersvoorspellingen en tactische zeilplannen vliegen over tafel terwijl de haassatés en biefstukken worden weggespoeld en weggelachen. Ergens tussen negen en half tien is palaver en worden de laatste weersvoorspellingen en klasse indelingen bekend gemaakt. Er wordt nog een enkele vraag gesteld en dan begint het feestje onder leiding van de huis-band, de Waterpokken. Ik ben niet echt van de live-muziek en de Waterpokken kunnen daar ook geen verandering in brengen. Maar het voegt wel degelijk iets toe aan de allure en organisatie van deze race. Complimenten voor de organisatie.

Om half elf gaan we terug naar de boot. We maken ‘m zeilklaar en kruipen snel in bed. We kunnen maximaal vijf uur slapen voordat om vier uur de wekker gaat. Helaas word ik die nacht drie keer wakker. De laatste keer is gelukkig vijf minuten voordat de wekker gaat. De adrenaline zorgt ervoor dat ik snel uit mijn bed ben en nog sneller in mijn Musto thermokleding. Fleece vest aan, zeilpak aan, kopje thee en gaan. We varen om 4.35u naar buiten. Het is helder en ergens boven Rusland schijnt de zon, waardoor de lucht al roze kleurt. We varen naar buiten en zien een wirwar van zeiljachten. Ongeveer veertig boten. Wat een mooie opkomst! We melden ons bij het startschip. De dag ervoor hebben we het startgebied verkend en zagen we op sommige plekken wier. Om er zeker van te zijn dat we geen wier aan de schroef en kiel hebben hangen, vaar ik nog een stuk achteruit en starten we vlakbij de vaargeul.

Start
De startsignalen ontgaan ons. We zien de wimpels en vlaggen niet en horen ook de geluidseinen niet. Is er uitstel? Maar ook de bekende rattestaart (vlag voor uitstel) zien we niet. Als we het veld massaal richting de startlijn zien gaan, durven we te concluderen dat we wel degelijk om 5.05u gaan starten. Wij varen achter de kopgroep aan, maar gelukkig zitten er nog een stuk of 15 boten achter ons.

Op het eerste rak hijsen een paar boten uit onze klasse de spi. Wij twijfelen. Het is behoorlijk reachen en we wachten tot we bij Naarden zijn. Daar buigt het rak en valt de ZZO wind ruimer in waardoor de spinnaker makkelijker staat. Zo gezegd, zo gedaan. De spi staat om kwart voor zes en we lopen langzaam alle solo zeilers voorbij.

‘Vijandig’ Friendship
Naast Fram doet er nog een Friendship 28 mee, de Capricorn. Een zelfde boot is altijd leuk. Dit kan een echte krachtmeting worden, hoewel dat niet helemaal opgaat. De Capricorn heeft namelijk een korte kiel, geen klapschroef en vaart zonder spi. Het levert hem een handicap van 108.5 op t.o.v. onze 101.6. Hij mag dus bijna 7% langzamer varen en dan nog wint hij. Dat wordt nog spannend.

Als we voorbij Marina Muiderzand varen komen we langszij de Kyan. We maken een praatje en een fotootje, maar niet te lang, want we moeten door. Achter ons zien we hoe de Capricorn zijn spinnaker hijst. Spinnaker? Ja, inderdaad. ‘Maar je zei toch net dat hij zonder spinnaker vaart?’ Ja beste lezer, dat zei ik. Ik kom hier later op terug.

Als we eenmaal de IJM 15 ronden en richting Broekerhaven varen neemt de wind iets toe. We varen hard en kunnen de spi net onder controle houden. Eén keer lopen we hard uit ons roer. Het vergt opperste concentratie van de stuurman. Daarom sturen we om en om. Ik een uur, Lodewijk een uur. Als we voorbij Marken zijn, verdient de wind volgens meneer Beaufort een vijf. En dat is helemaal geen onvoldoende. We spuiten vooruit. Het log komt niet meer onder de zes knopen en schommelt tussen de 6,2 en 7,4 knopen. De golven nemen ook toe. Af en toe surfen we naar beneden en we klokken regelmatig acht knopen of meer. Broekerhaven komt in zicht. We nemen nog een keer de handelingen door: Spi naar beneden, rif in grootzeil, genua 2 iets inrollen, buiskap omhoog.

Nieuw snelheidsrecord.

Stormwaarschuwing
De boei die we moeten ronden ligt vlak onder de kust. We moeten de spi op tijd binnen halen anders begint de winterstalling wel erg vroeg dit jaar. We halen ‘m binnen, misschien iets te vroeg, maar we willen geen risico nemen. Dan ronden we de boei en slaat de wind om onze oren. Fram beukt door het koppige Markermeer en baant zich een weg hoog aan de wind. De wind geeft af en toe een veeg van 25 knopen. Maar Fram laat zich niet kennen. De wind ook niet en de stoten lopen op naar 30 knopen. Het wordt bevestigd door Centrale Meldpost IJsselmeer. Door de marifoon klinkt krakerig de stormwaarschuwing uitgegeven door het KNMI. ‘Windkracht zeven, geldend voor het IJsselmeer, beiden districten Noord en Zuid.’ Nu wordt het menens!

Dukes of Hazard
Nu schreef ik al dat de laatste keer ik met Lodewijk een weekendje zeilde op 7 juni 1997 was. Wie die dag op het water was herinnert die datum. Google anders even 7 juni 1997. Is leuk! Een kleine flashback kregen we na het horen van deze stormwaarschuwing. Gelukkig was het dit keer slechts 7 bft en geen 12. Dus voeren we ontspannen door. Of liever gezegd, enthousiast. Want als Fram over een golf duikt om de volgende golf aan de boeg te rijgen ontglipt mij een Dukes of Hazard-achtige vreugdekreet: ‘Jeehaa!’ Ik ben in mijn element, net als de boot. We varen door, maar dan zie ik de donkere horizon. Over de golven en schuimkoppen jaagt een nóg hardere wind. We gaan plat, zover Fram plat kan gaan. We beuken, slaan, koppen, worden weer opgetild en vallen. Het water gutst over het dek, over de kajuit en over de sprayhood. Af en toe lopen er enkele deciliters onder de sprayhood door, de kajuitopening in. Even vraag ik mij af hoe iemand die nog nooit gezeild heeft dit zou ondergaan. Ik moet er om lachen. Waarschijnlijk toch doodsangst. Wat is het toch dat ons zeilers beweegt om vrijwillig in de kou op te staan om vier uur ’s nachts, om je vervolgens elf uur lang op een paar vierkante meter af te laten matten door de krachten der natuur? Hoezo? We filosoferen erover maar hebben het antwoord niet. Terwijl ik dit schrijf heb ik het antwoord: Ik zeil, dus ik besta!

De storm houdt aan. We zien geen andere boten meer en kunnen niet meer inschatten hoe we in het veld liggen. In de middag wordt het weer vriendelijker en lacht de zon ons toe terwijl de wind ons er nog steeds van langs geeft. We zijn bijna zes uur aan het kruisen in harde wind als we eindelijk de IJM15 weer ronden en kunnen afvallen naar halve wind. Het einde is in zicht. Eindelijk zien we ook een andere boot. Het is de X-79 van Sjoerd Waayenburg. Hij rondt de boei niet. Later blijkt dat hij heeft opgegeven en hij slaat bij Naarden rechtsaf. Wij varen nog even door naar de finish bij Almere Haven. De inmiddels Zuidwestenwind is nog hard en maakt ongekend hoge golven op het Gooimeer. Ik rol de genua weer helemaal uit en zet hem bak. Met een ruk trekt hij de boot ver in de zeven knopen. Het gaat ongecontroleerd hard. De genua valt in om vervolgens met harde klappen weer wind te vangen. Het zijn zweepslagen voor de mast en ook de boot gaat er gebukt onder. Ik vraag Lodewijk weer aan dek en hij zet de genua netjes achter het grootzeil. Nog steeds zeven knopen! Voor en achter ons zien we geen schepen uit onze klasse. Wel zien we Rob (Kyan) en Eric (Bellini) net terugvaren van de finishlijn. Potverdikkie, dat hebben ze goed gedaan. Bij Broekerhaven lagen wij nog voor. Netjes!

Finish
We finishen na 11 uur en 38 minuten. Geen idee of het goed is of niet, maar we zijn gefinisht. We stampen terug naar Naarden. De kajuit is een puinhoop. Alles ligt overal en niets is meer te vinden. We praten niet meer. We leggen aan, ruimen op, dweilen en schieten de lijnen op. Ik stel voor om niet naar de prijsuitreiking te gaan. We zullen wel weer laatste of een-na-laatste zijn geworden. Bovendien wil ik naar huis en naar bed. Lodewijk denkt er net zo over en een kleine opluchting maakt zich meester. ‘Gelukkig, ik kan ook niet meer’, komt er schor uit. Als we de zeilen opdoeken op de steiger komt Rob even buurten. We bieden hem een biertje aan, bespreken de race, wasmachines en buitenspiegels (ja een gesprek kan raar lopen).

The day after

Na een lange nacht sta ik zondag op met veel spierpijn. Ik ben nog steeds moe. ’s Middags bel ik Lodewijk en ook hij was moe en had spierpijn. Het doet hem goed dat het blijkbaar niet aan zijn leeftijd ligt. Ach, 36 of 63, dezelfde cijfers toch! We bespreken de race, maar vooral de 24-uurs. Want hoewel we het er heelhuids vanaf gebracht hebben en de boot geen averij heeft opgelopen hebben we toch nog wat aandachtspunten voor de 24-uurs zeilrace. Maar dat is niet erg, dat was het doel van deze wedstrijd.

Uitslag
Maandagochtend tijdens ons spitsuur zie ik het mailtje van de wedstrijdcommissie met de uitslag. Terwijl Berend nog een boterham met Speculoos wilt, Emilie haar roze jurk verkeerd om aantrekt, Spongebob door de tv-speakers ons gezin uitlacht en ik de aanmaaklimonade meng en een Liga voor het ‘tien-uurtje’ van Berend pak, lees ik de mail van Mike Brouwer. De geluiden verstommen en mijn ogen schieten over de letters en maken woorden: ’Zware tocht’, ‘vele afvallers’, ‘averij’, ‘gelukkig geen gewonden’, ‘uitslag in de bijlage’. Terwijl Octo Patrick uitlacht hoor ik de dubbelklik op de bijgaande excelsheet. ‘Solo’… mijn ogen scrollen naar beneden. Dáár! Daar staat het. ‘Dual handed’. Ik kijk onderaan. Gelukkig, we zijn niet laatste geworden. Ik ga omhoog maar kom Fram niet tegen. Even ben ik bang dat ze ons niet hebben opgeschreven bij de finish. Moet ons weer overkomen. Dan zie ik dat bekende wedstrijdnummer 216 gevolgd door Fram en de ‘elapsed time’: 11.38.56. Ik kijk terug naar het wedstrijdnummer en zie nu pas de vier ervoor. We zijn vierde geworden! ‘We zijn vierde geworden!’, roep ik naar Violet die net onder de douche vandaan komt. Ik krijg antwoord, maar de stem klinkt wat vreemd: ‘Mag ik nou nog een boterham!’


Crew: Lodewijk en Floris Cornelissen
Wind: 11-38 knopen ZZO-ZW
Finish: 4e.

N.b. Van de 13 deelnemers in onze klasse hebben slechts zes de finish gehaald. Wij waren een dik uur sneller dan de andere Friendship 28. De Capricorn heeft wel doorgegeven dat hij met spinnaker vaart, alleen was dat ten tijde van het palaver nog niet gecorrigeerd. In de soloklasse zijn er 19 afvallers en finishen slechts tien boten. ‘Line Honors’ zijn er voor Eric Zuidmeer en zijn Bellini. Hij wordt na handicap berekening tweede achter Rob van den Akker met zijn Kyan. Een geweldige prestatie van beide heren en een mooie winst voor R&ZV Naarden!

vrijdag 7 juni 2013

Routine: vriend en vijand

Wie bij ons in de woensdagavond competitie meevaart, kent ze zonder twijfel. Ze starten vijf minuten later in de sportboten-klasse om vervolgens een half uur eerder te eindigen. Vaak komen ze al langszij in het tweede rak. Je spinnaker klapt even in en als je dan naar loef kijkt begrijp je waarom: De J80’s komen in planee voorbij. Afgelopen woensdag verruilde ik Fram voor de Juul, de J80 van Bernard Holsboer.

De Juul tijdens de Grevelingencup.

Ondanks mijn afwezigheid, deed Fram gewoon mee. De selectie bestond uit Ben, Hennie, Rob en René. Dus dat zat wel snor. De Juul ligt niet in de jachthaven maar net daarnaast in de privé haven, behorende aan de omliggende huiseigenaren. En als je daar dan aankomt zie je meteen dat het een klein episch J80-centrum betreft. Drie stuks naast elkaar: Elfje, JJ en de Juul. En ook allemaal deden ze vanavond mee. En allemaal met drie man crew. Een eerlijke strijd, hoewel het voor mij een ‘maidentrip’ was en wij (ik praat direct in ‘wij’, de Juul dus) met een rookie aan boord zaten (ondergetekende). Helaas kregen we daar geen compensatie in de handicap voor. Goed opletten dus en geen fouten maken.

Bernard en zijn zus Noor waren al druk bezig de boot op te tuigen. De geroutineerde handelingen van beiden deden mij aarzelen. Een voorzichtig ‘kan ik iets doen’ kwam eruit, maar dat was niet nodig. En al gauw zag ik dat mijn bemoeienis het optuigen alleen maar in de weg zou zitten. Dus keek ik even hoe Henk zijn Elfje bewerkte met zijn magische tapijt. Ook dat deden ze niet voor het eerst. Als twee Canadese houtzagers trokken ze om en om aan het stuk tapijt om vakkundig de laatste aangroei van het onderwaterschip te verwijderen.


Canadese houtzagers

Oude zeilen en wedstrijdzeilen
Terug naar de Juul, het oude grootzeil zat er inmiddels op, net als de oude fok en de oude gennaker. ‘Ja, want de mooie zeilen zijn voor de echte wedstrijden, of als er 5 of meer J80s meedoen’. Bij Fram hebben we dat precies zo. Onze laminaatzeilen en nieuwe spi gebruiken we alleen bij wedstrijden waar vijf of meer Friendship 28’s meedoen. Gelukkig komt dat niet voor en liggen de zeilen gewoon nog bij de zeilmaker. Sterker nog, het zit nog op de rol en is nog niet gesneden.

Ruimte
Aan boord merk je direct dat dit een sportboot is. De boot is net iets korter dan Fram, maar de kuip is twee keer zo lang. Heerlijk wat een ruimte! Ook de dek lay-out is goed georganiseerd, waardoor je elkaar niet in de weg zit. Dat gaat natuurlijk ten koste van de kajuit. Maar slapen doe je maar na de wedstrijd. Hoewel je prima een tukje kunt doen tijdens bijvoorbeeld een 24 uurs zeilrace. Het comfort is misschien iets minder benedendeks, tijdens de wedstrijd zit je hier als koning en loop je elkaar niet in de weg. Goed ik hou op, ik hoef hier natuurlijk geen Zeilen Magazine praatje te houden over de J80.

Semi-automatisch wapen
Als we naar buiten varen wordt mij uitgelegd hoe het zeilen met de gennaker gaat. Boom naar buiten, tack aan, hijsen, gennaker begeleiden, schoot aantrekken en gaan. Hoewel het rustig wordt uitgelegd, schieten de woorden als kogels uit een semi-automatisch wapen door mijn hoofd. Vooral omdat daarna de gijp wordt uitgelegd en vervolgens het binnenhalen van de gennaker. Ik hoop maar dat ik het goed doe. Op het Gooimeer staat een prachtige wind. En de zon schijnt ook. Dit zijn de pareltjes van de WAC. Beter gaat het niet worden. Ik ben niet de enige die er zo over denkt: de opkomst is met meer dan 30 schepen massaal!

Start
We oefenen even met de gennaker en de Juul spuit vooruit. De kiel begint te zingen en ik begin te lachen; wat is dit gaaf. We gijpen nog even en focussen ons op de start. Ook dat is anders dan bij onze klasse (de Fram-klasse). Door de snelheid en wendbaarheid van de schepen is het hectischer. Wie hier even niet oplet heeft gegarandeerd schade. En dat dit geen loze woorden zijn wordt pijnlijk duidelijk in de aanvaring tussen de Modified8 (over stuur) en de Overraskelse (over bak). Er wordt geroepen maar niet meer uitgeweken waardoor de Overraskelse midscheeps de Modified8 ontvangt. Goedenavond! Laatst genoemde trekt zich direct terug uit de race terwijl de Overraskelse door lijkt te kunnen varen.

De gekozen Noord-Oost-baan is niet optimaal. De wind komt toch meer vanuit het noorden waardoor alles bezeild is (geen kruisrak) en het voordewindse rak af en toe halve wind is. Er wordt flink gereached, wat met deze wind een kunst is.

‘Kijk maar niet naar Fram’
Als we de bovenboei ronden komt de grote gennaker uit de kleine kajuit. We trimmen de gennaker uit de hand en de lieren blijven ongebruikt. Want dan ben je langzamer. ‘Eh.. ok.’ Het gaat redelijk hoewel ik moeite heb om de gennaker stabiel te houden. Als ik ‘m onder controle heb zegt Bernard rustig: ‘Kijk maar niet naar Fram’. Het eerste wat je dan doet is kijken. Een prachtige, blauw gele zandloper markeert Fram tussen de andere white hulls. Mijn eerste reactie was ‘trots’. Ik vond het stoer dat ze gewoon de spi hadden gehesen. En dan merk je dat je toch onderdeel bent van Team Fram. Terwijl ze achter ons hun best doen om de zandloper uit de spinnaker te krijgen, begin ik voor ze te duimen. En dat is verrekte lastig als 65 vierkante meter gennaker onverbiddelijk aan je handen trekt.

Ik focus weer op onze zeilen en kijk af en toe achterom. Al vrij snel is de wokkel eruit. Gelukkig! Maar als we weer naar boven varen en Fram nog steeds met het spinnaker rak bezig is bevriest even mijn zeilershart. Mocht ik Fram niet herkennen tussen alle andere schepen, dan was het nu wel heel duidelijk. De blauw-gele spinaker wapperde als een reuzenzakdoek aan de top van de mast. Auw, dit doet pijn. Wat is er gebeurd? ‘Voor de wind gaan varen’ roep ik in gedachte en ik merk dat ik het hardop mompel. Potverdikkie, dit kost je de race. Inmiddels naderen wij de bovenboei en maak ik me klaar voor het tweede gennaker rak.



Spektakel
Halverwege lopen we een keer gigantisch uit ons roer, spectaculair voor de neutrale toeschouwer, maar het kost ons dure seconden. Als we de benedenboei ronden ligt de spoom in de weg. Ze klappen te laat, waardoor wij later dan gewild overstag kunnen. Op het derde en laatste gennaker rak treedt de verzuring toe. Ik krijg de spi nauwelijks aangetrokken en door de kleine gaten van mijn oude zeilhandschoentjes ziet de eerste blaar het levenslicht. Gelukkig helpt Noor en lukt het nog enigszins om de gennaker te trimmen, maar het blijft lastig. Bernard zegt dat het aan de oude gennaker ligt, maar ik zocht de oorzaak vooral bij mij zelf.

Finish
We finishen als derde en in een eenheidsklasse is het dan makkelijk rekenen hoeveelste je bent geworden. Derde dus. Klinkt als een podiumplaats, maar we waren de hekkensluiter.

Na het aftuigen en het biertje ga ik toch even bij Fram kijken. Benieuwd naar hun verhaal. Een combinatie van domme pech en routineus handelen blijkt de oorzaak van de blamage. De lijschoot was losgeschoten - de Wichard snapshackles maken hun prijs ook niet helemaal waar – waarop de spi z.s.m. naar binnen moest, vertelt Hennie. Dus riep hij uit doorkneed handelen: ‘Knip ‘m maar los’. Als het een film was, zou nu alles in slow motion worden afgespeeld. Want terwijl Hennie dit zei, realiseerde hij dat de loefschoot alles was wat de spinaker aan dek verbond. Maar het was te laat. Onze voordekker Rene, getraind en gehoorzaam als een jachthond, trok de quickrelease al open. Daar heb je ‘m weer: routine.

De rest is geschiedenis en - vooral tot hilariteit van de Windrose - op foto vastgelegd. Maar de mooiste foto’s kwamen van Frans, aan boord van de Blue Box. Ik zal ze jullie niet onthouden. Want wij kunnen er ook om lachen, zij het met een beetje kiespijn.

Baan: 4 (NO lang)
Wind: 16-22kn NNO
Crew Juul: Bernard, Noor, Floris
Finish: 3e
Crew Fram: René, Rob, Hennie, Ben
Finish: laatste